De eerste Nissan ‘Z’ werd geïntroduceerd in 1969 als de 240Z, een verwijzing naar de inhoud van de zescilinder. De generaties die daarop volgden hadden altijd deze aanduiding, maar de zevende generatie breekt met deze traditie en heet simpelweg Nissan Z. Het 2022 model is vanaf nu te verkrijgen, maar helaas niet in Europa.
Om kosten te besparen staat de Nissan Z op hetzelfde platform als de uitgaande 370Z, maar het chassis is stijver en veel onderdelen zijn vernieuwd of lichter gemaakt. Onder andere de kofferbakdeksel en portieren zijn nu van aluminium. De carrosserie van de ‘Z’ doet nog altijd eer aan zijn voorgangers. De lange motorkap, scherpe neus en schuine achterklep vormen al jaren het basisdesign van iedere Z-generatie en bij dit model zijn de rechthoekige grill en uitstulping in de motorkap directe verwijzingen naar de 240Z.
Wat na al die jaren wel verandert is, is de krachtbron. Het is nog steeds een zescilinder, maar niet meer atmosferisch. Twee turbochargers voeden de 3.0-liter van extra zuurstof en boosten het vermogen naar 400 pk en 475 Nm koppel. Op de achterwielen, uiteraard.
In de VS is de Nissan Z te verkrijgen vanaf 40.000 dollar. Het exemplaar dat Matt Farah hier test, met het performance pack, is 50.000 dollar.