We dromen allemaal van het leven van een Formule 1-coureur. Van jongs af aan ben je bezig met autosport, het begint in de karting, de bakermat van de autosport. Na een aantal jaar karten wordt de overstap gemaakt naar de formule-auto’s, Formule Ford of Formule Renault 2.0. Zijn de prestaties goed dan is kans groot dat je opgepikt wordt door een van de young development programs.
Vanaf nu wordt het zaak om een complete coureur te worden, zowel op de baan als naast de baan. Op de baan moet je je teamgenoot verslaan, jullie vechten tenslotte om hetzelfde zitje. Naast de baan dien je het voorbeeldige schooljongentje te spelen, altijd het team complimenteren met het harde werk en je hebt aan niemand een hekel. Blijf je in het young development program dan doorloop je de belangrijkste klasses als F3 en GP2. Uiteraard bij de beste teams met de best mogelijk steun, en dat zonder zelf maar één cent te betalen.
Na jarenlang hard werken is het moment dan eindelijk daar, het debuut in de koningsklasse van de autosport: Formule 1. Met een beetje geluk mag je gelijk plaatsnemen in de cockpit van het topteam, maar waarschijnlijk word je nog even gestald bij een zusterteam. Dat maakt allemaal niet uit, het doel is behaald Vanaf nu vlieg je de hele wereld over, slaap je in de beste hotels, zitten je broekzakken vol met geld, hang je de hele dag rond modellen en popsterren en word je betaald om snel te rijden. The Awesome Life Of A F1 Driver
1 reactie
Man wat heb ik het verkeerde beroep gekozen.