Veertig jaar geleden verloor de Formule 1 een van zijn beste en slimste coureurs van dat moment. Dit is het verhaal van de waanzinnig getalenteerde Ronnie Peterson, vertelt door Will Buxton. The Super Swede kwam om het leven na compilaties opgelopen bij een startcrash tijdens de Italiaanse Grand Prix van 1978 in Monza.
Ronnie maakte zijn Formule 1 debuut in een March 701 in Monaco 1970, waar hij met een 7e plaats net buiten de punten eindige. Het jaar daarop was Peterson op twee fronten succesvol; hij werd Europees kampioen Formule 2 en tweede in de eindstand van het WK Formule 1 achter Jackie Stewart.
In 1973 maakte de Zweed de overstap naar het succesvolle John Player Team Lotus. Peterson kon zich direct meten met kopman Emerson Fittipaldi en behaalde 3 overwinningen en 9 pole positions. In de eindrangschikking eindigde hij als derde, 3 punten achter zijn teamgenoot. De jaren daarop verloor Lotus de aansluiting met Ferrari en McLaren en in 1977 ging Ronnie voor Tyrrell rijden, met de beroemde ‘zeswieler’.
De Tyrrell P34 was in 1977 geen succes, mede te wijten aan het feit dat Goodyear zich bezighield met gewone banden in plaats van de kleine banden, maar ook door betrouwbaarheidsproblemen. Peterson behaalde in België zijn enige podium van het seizoen, de rest van de resultaten waren niet om over naar huis te schrijven.
In 1978 verraste Peterson iedereen door terug te keren naar het John Player Team Lotus. Hij moest weliswaar in dienst van Mario Andretti rijden, maar de Lotus 78 en zijn opvolger, de 79, waren zo dominant dat hij toch nog 7 keer op het podium stond. Postuum werd Ronnie in 1978 nog gekroond tot vice-kampioen, achter teamgenoot Andretti.
Omdat FOM nog steeds niet toestaat dat andere websites hun video’s gebruiken, moet je wel even doorklikken naar YT. Geloof ons, dat is de moeite waard.