In 2016 kwam Aston Martin met de DB11, 3 jaar later brachten ze de DBS Superleggera uit en in 2022 haalde de Britse fabrikant Superleggera weg uit de naam en kwamen ze met de DBS. De mannen van Throttle House, Thomas en James, gaan op pad met de nieuwe Aston Martin DBS.
Onder de motorkap is er weinig veranderd, een 5.2-liter V12 Twin Turbo met 715 pk. Eén verandering die noodzakelijk werd geacht, was een sterkere versnellingsbak om dergelijke vermogens aan te kunnen. Vandaar de adoptie van een krachtigere koppelomvormer met acht versnellingen van ZF. Het duurt slechts 3,4 seconden om van 0 naar 100 km/u te accelereren, terwijl de tijd van 0 naar 160 km/u in slechts 6,4 seconden gaat. Al dit vermogen gaat naar de achterwielen en daarmee behaalt de Aston Martin DBS een fantastische topsnelheid van 340 km/u.
De meeste veranderingen zitten in het interieur en enkelen in het exterieur. De DBS maakt gebruik van koolstofvezelpanelen over de aluminium structuur, wat volgens het bedrijf bijdraagt aan een gewichtsbesparing van 72 kg ten opzichte van een DB11 V12. Die koolstofpanelen zijn gevormd in een onmiskenbaar agressieve vorm, maar wel één die 180 kg aan neerwaartse kracht creëert dankzij een vaste achterlip, een diffuser aan de achterkant en een zorgvuldig beheer van de luchtstroom langs de flanken van de auto.
De Aston Martin DBS houdt het midden tussen een alleskunner als de McLaren 720S en de luxe Bentley Continental GT. De DBS is bijzonder snel en sportief als je daarom vraagt, maar ook geraffineerd en comfortabel. Precies zoals een Grand Tourer moet zijn, alleen is het prijskaartje nogal schokkend; 380.000 euro kostte de DBS en gebruikte exemplaren gaan inmiddels voor boven de 4 ton weg.
Ben je inmiddels nieuwsgierig geworden naar de rijtest van de Aston Martin DBS? Bekijk dan de video hieronder!