Afgelopen weekend stond Circuit Park Zandvoort volledig in het teken van DTM. Zoals we eerder al schreven is het format van DTM flink op de schop gegaan waardoor er dit jaar veel meer actie te zien is. Op zaterdag was er een vrije training, een kwalificatie en een race, vervolgens was er op zondag wederom een warm-up, een kwalificatie en een race. Waar voor je geld noemt men dat!
Naast het gewijzigde format maakt DTM inmiddels ook gebruik van strafgewicht, en omdat BMW in de eerste drie raceweekenden ronduit belabberd presteerde mocht men zonder strafgewicht rijden. Dit kon tot 30 kilogram schelen en leverde zo’n twee tot drie tienden per ronde op, een enorm verschil in het zeer competitieve veld. Ter illustratie, de top 10 zat in de kwalificatie binnen vier tienden en het hele veld binnen 1 seconde.
Op zaterdag profiteerde BMW optimaal van haar gewichtsvoordeel, na veertig minuten racen waren de eerste zeven(!) auto’s over de streep van BMW. Marco Wittmann won voor António Félix da Costa en Maxime Martin, pas op plek acht kwam de eerste niet-BMW in de persoon van Mike Rockenfeller met zijn Audi RS5 DTM.
Zondag waren de verhoudingen niet veel anders, de BMW M4 DTM’s waren oppermachtig op het duinencircuit met vijf auto’s op de eerste vijf plaatsen. Félix da Costa behaalde zijn eerste DTM-zege en hield Augusto Farfus en Bruno Spengler achter zich. Mercedes-Benz protegé Pascal Wehrlein was de beste niet-BMW op de zesde plaats.