Afgelopen weekend werd de 92ste editie van de 24 uur van Le Mans verreden. Het startveld was gevuld met maar liefst 23 Hypercars van negen verschillende fabrikanten, 16 LMP2-bolides en 21 LMGT3-auto’s. Een prachtig vol startveld waar tot het einde gestreden werd om de podiumplaatsen.
Regen speelde een grote rol in deze editie van de 24 uur van Le Mans, zowel positief als negatief. Kleine buien zorgden voor een tactisch steekspel, waarbij teams moesten beslissen om te blijven rijden op slicks of toch een pitstop maken voor regenbanden. Deze situatie kwam veelvuldig voor en was voor de kijker zeer interessant. Maar de nachtelijke uren werden negatief beïnvloed door de regen, vrijwel de hele nacht werd achter de safety car afgelegd omdat er teveel hemelwater viel.
Toen de zon opkwam boven Circuit de la Sarthe, klaarde ook de regen op en konden de fans zich opmaken voor de resterende acht uur. De langzaam opdrogende baan bleek zeer verraderlijk, met her en der nog wat natte plekken. Slicks waren de juiste keuze, maar coureurs konden geen centimeter buiten de ideale lijn rijden. Gebeurde dit wel, dan was het gevolg een gegarandeerde crash.
In de laatste uren werd duidelijk dat Ferrari en Toyota zouden gaan strijden om de eindzege in de Hypercar-klasse. De Ferrari #50 reed out of sync en moest daardoor op andere momenten een pitstop maken. Met nog veertig minuten te gaan kwamen de #7 Toyota en de #51 Ferrari naar binnen voor hun laatste stop. Het was wachten op de laatste stop van de #50 Ferrari, maar dankzij een geweldige manier van brandstof besparen wist Nicklas Nielsen de auto met een vrijwel lege tank als eerste over de streep te sturen.